Home > Geschiedenis
 
 
 

 

Geschiedenis

De wijk

Onze straat ligt in het Regentessekwartier, dat aangelegd is tussen 1885 en 1910. De wijk is genoemd naar Koningin-Regentes Emma, die vanaf het overlijden van Koning Willem III van 1890 tot 1898 als regentes (waarnemend staatshoofd) optrad voor haar dochter Wilhelmina, die geboren was in 1880 en in 1898 meerderjarig werd. Vrijwel de hele wijk is beschermd stadsgezicht omdat het een goed behouden voorbeeld is van stadsontwikkeling rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw en omdat de architectuur van de panden in de wijk van relatief hoge kwaliteit is.   

De straatnaam

De gemeente was in de 19e en begin 20e eeuw weinig actief op het gebied van stedelijke ontwikkeling. Pas na voltooiing van een project nam ze de openbare ruimte als straten over van de ontwikkelaar. De ontwikkelaar bedacht dan ook de straatnamen. Cornelis Goekoop, de vader van de grootgrondbezitter van de Regentessewijk, had rond het Koningsplein straten vernoemd naar helden uit zijn jeugd (Chassé, Van Swieten, De Perponcher, Van Merlen, allen militair). De zoon van Cornelis, Adriaan Goekoop, zette het beleid van zijn vader voort. Hij realiseerde zich dat straten in één buurt een bepaald verband moeten hebben, zodat je ze makkelijker kunt vinden. Hij koos in zijn bouwplan uit 1893 voor namen van natuurkundigen, en de gemeenteraad accepteerde zijn voorstellen.

Nic_Copernicus.jpg Onze straat is genoemd naar Nicolaus Copernicus of Mikolaj Kopernik (1473 – 1545), Pools jurist, medicus en sterrenkundige. Hij was ervan overtuigd dat de zon het centrum is van ons planetenstelsel. Dit in tegenstelling met de toen geldende opvatting dat de aarde het middelpunt vormde. Zijn ideeën legde hij vast in een boek dat van 1616 tot 1835 op de index librorum prohibitorum stond, de lijst van boeken die de Rooms Katholieken niet mochten lezen.

In het bouwplan van 1893 komen overigens ook twee straatnamen voor die niet van natuurkundigen zijn. De Columbusstraat is een eerbetoon aan Christoffel Columbus, die toen precies vierhonderd jaar eerder, in 1492, Amerika had ontdekt. De Stephensonstraat is genoemd naar George Stephenson (1781-1848), een Engels ingenieur die vanaf 1815 de eerste stoomlocomotieven bouwde.

De bouw van de straat

Dit deel van de Copernicusstraat is gebouwd in de polder "het Kleine Veentje", tussen 1898 en 1906. De Beeklaan, genoemd naar de Westerbeek die de scheidslijn vormde tussen het Kleine Veentje en de Mientpolder, is ook rond deze tijd gebouwd. Als je in 1903 de straat uitkeek richting de Beeklaan dan keek je de Mientpolder in.
De straat is niet in een keer gebouwd maar in fases c.q. blokken. In het volgende schema is te zien in welke volgorde de straat is volgebouwd.

Jaartal          Huisnummers
1899 1 t/m 15 en 17 t/m 31
1900 33 t/m 55 en 2 t/m 16
1901 18 t/m 24
1903 26 t/m 40; 57 t/m 71; 146 t/m 148
1904 42 t/m 56; 58 t/m 72; 73 t/m 79; 58 t/m 72
1905 95 t/m 117; 122 t/m 136; 138 t/m142
1906 81 t/m 93; 74 t/m 104; 106 t/m 120; 119 t/m 121


Diverse aannemers (veelal metselaarspatroons) kochten van de grondeigenaar, de heer Goekoop, percelen die later weer werden gesplitst in huispercelen. De bouwplannen die de heren ondernemers hadden ingediend, werden door de bouwpolitie (Bouw en Woningtoezicht kwam pas in 1906) in beperkte mate getoetst.

De straat is heel kenmerkend voor de bouwwijze uit die tijd met lange gevelrijen en hoge bebouwingsdichtheden, en in huizenblokken die deels onder architectuur en deels zonder architect (zogenaamde "aannemers-architectuur") tot stand kwamen. Alleen in de Copernicusstraat, de Galileïstraat en de Stephensonstraat zijn huizen gebouwd met voortuinen. Met name dit bouwblok met voortuinen in onze straat (van nrs. 81 t/m 121) vormt een opmerkelijke architectonische eenheid.

 
Copernicusstraat Den Haag